Vijf jaar nadat zijn vorige broer geboren werd, werd de Fluppe – als zevende zoon op rij – door Melda op de wereld gezet.
En geloof het of niet maar de Fluppe, dat was al een komediant, een toneelspeler, avant la lettre!
Op zijn pas staat, heel officieel: “Flip Saksen”, maar d’ er is in de Kempen geen kat die ‘Flip Saksen’ kent. In Herentals en de wijde omgeving daar rond kenden ze hem enkel als “ de Fluppe van Den Beer van Vettige Trees.”
Ik zeg wel: ‘Kenden ze hem!’ want de Fluppe is niet meer. Hij moest nog 28 worden. Ze hebben hem in Noorderwijk, de nacht van de jaarmarkt in mekaar geslagen en geschopt, “Tja,” zo ging het de ronde, “ het was er toch maar ene van dat uitschot van ‘vettige Trees’. Juist tegoei dat ze hem dood gestampt hebben.”
Maar laat ik terugkeren naar zijn begin. De Fluppe, dat was een komediant nog voor dat hij geboren was, straf hé! Ge zou die foto’s, die echografieën van hem als foetus eens moeten bekijken: …ho, man man man voor u is het natuurlijk: ho, vrouw vrouw vrouw!… die echografieën dus: handje wuiven, tong uitsteken, twee duimen omhoog … . Ge kunt het zo zot niet bedenken.
Moeder Melda heeft tijdens haar zwangerschap meer dan eens gezucht: ” Beer, mijne buik doet weer … zeer van’t lachen”. Zoiets, dat had ze bij geen enkel van haar zes vorige zwangerschappen meegemaakt.
En als ze dan op café al eens aan Den Beer vroegen of dat ‘die leste’, of dat dat misschien een accidentje was, dan antwoordde Den Beer altijd met: “Den die, een accidentje! Da’s begot ne per Total !!! ” Tja, de Fluppe was nu eenmaal anders dan de rest van de familie: zachtmoedig van karakter, lief voor kinderen uit de buurt, altijd maar weer entertainen, met een bedsprei – een sezie, zoals ze in Turnhout zouden zeggen, – over zijn hoofd getrokken … Den Beer kreeg het er geregeld van op zijn heupen: “Mel begot, osse Fluppe hè, dat is nen hele andere als mijn ander zonen. Ik weet niet maar … dat is precies of dat is er gene van mij.” Waarop Melda dan droogweg antwoordde: “ Beer, osse Fluppe, dat is misschien wel den enigste ..!” Just
Hoe dan ook, zijn zes andere zonen zetten tenminste de familietraditie verder. Als die mannen van ‘Den Beer van Vettige Trees’ op de ene of andere kermis verschenen, kon je al maar beter op voorhand de gendarmen opbellen … en een ambulance of vier. Of elke keer als zijn broers thuis een serieus gesprek hadden met “hunne ouwe”, dan kon Trees – Fluppe’s grootmoeder – achteraf de overschot van de stoelen en kastjes bijeen sprokkelen. d’ Er was daar in die familie nooit een tekort aan stookhout.
En het stond in de sterren geschreven: na zijn schooltoneel zou de Fluppe al rap de overstap maken naar ‘De Smoelentrekkers’, een plaatselijke toneelvereniging in Herentals. Jean-Claude Van raevenstein was voorzitter van de ‘De Smoelentrekkers’ … allé, den grootste Smoelentrekker, zeg maar. … en ook penningmeester … en regisseur … en hoofdrolspeler, elk jaar opnieuw. Jean-Claude had de onhebbelijke gewoonte van steevast een half uur te laat op de repetities te verschijnen. Als er daarover opmerkingen gemaakt werden dan wuifde hij die weg met een: “Kijk, het chique volk, dat komt altijd wat later, (+ lachje)”. En met de tekstkennis nam hij het ook niet zo nauw, maar hij vond zichzelf wel onovertreffelijk goed.
De Fluppe had bij zijn eerste toneelstuk een bijrolleke gekregen. Het deed hem wel zeer. En op een keer begon hij – bij aanvang van een repetitieavond terwijl ze weeral zaten te wachten op Jean-Claude – begon hij zomaar, spontaan de hoofdrol van de voorzitter te vertolken. Verstomming bij zijn medeacteurs, maar dan: enthousiasme. En applaus, tussendoor! En te midden deze uitzonderlijke performance van de Fluppe zwiepte Van raevenstein, vierendertig minuten te laat, de deur open. Het werd stil in het repetitielokaal. Niemand verroerde, behalve de Fluppe, die speelde gewoon verder.
Die avond werd er niet meer gerepeteerd. Nee, er werd gediscussieerd onder de spelers en … er werd gestemd. “MUITERIJ !!!” brulde Van raevenstein, toen er democratisch beslist werd van twee rollen om te wisselen. Secretaris Janssens sneerde terug: “En dan nog iets hè, van ravensteen, de voorzitter van UNIZO Herentals, Mijnheer De Belder, heeft me gisteren gemaild met de vraag of onze toneelvereniging dees jaar voor een Sinterklaas zou kunnen zorgen! Wel, … de Fluppe dat is daar de geknipte persoon voor.” Er volgde ja-geknik bij de anderen.
Van raevenstein sloeg de deur achter zich dicht. De Fluppe zijn oogskes blonken. HIJ, … Sinterklaas!! “En als ge d’er niks mee inzit… ” zei ie, “ … d’ er zijn bij ons thuis nog wel wat broers die allemaal voor Zwarte Piet kunnen spelen.”
Moeder Melda vond het een uitstekend idee. ’s Avonds kwam den Beer thuis van zijn oud-ijzer-toer en die moest toch efkens gaan zitten: ‘Mijn jongens, mijn oogappels, mijn leeuwen … allemaal met … van die zwarte collants aan ?!? ‘ Geen denken aan!! Maar dan zei Melda :”Beer, nu moet ge eens goed naar mij luisteren …” en ze wisten allemaal hoe laat het was.
Het is zaterdagnamiddag, eind november. Er wandelt een prachtige Sinterklaas door de Zandstraat in Herentals. Zes potige pieten smijten snoep en lekkers in het rond. Maar iets klopt er niet. Er is nauwelijks een kind te bespeuren. Of toch. Ginder ver, aan de gevel van De Standaard, daar staat een hoop volk bijeen. Moeders met kindjes, ook vaders. De Fluppe hoort een bekend deuntje: Jingle Bells. “Kijk daar, verdomme…!” sist zijn broer-hoofdpiet tussen zijn tanden. “… Die smeerlap komt onder ons rapen schieten!” De Fluppe slikt. Een angstig gevoel bekruipt hem, niet moeilijk, met zes van die leeuwen rond hem.
Als de kerstman de Sint ziet naderen roept hij hem smalend toe: “Oh oowh oowh ooowh!! Een beetje te laat, hé Fluppe! Vijgen na Pasen, zou ik zeggen! Ha haa haa!!”
“Jongens, efkens kalm blijven,” prevelt de Fluppe. “Er zijn hier te veel klein mannen in de buurt.”
Zes knoestige pieten komen rond de kerstman staan, bedaard, rustig, glimlachend. De kerstman voelt opeens een pezige arm zachtjes, maar met druk, in zijn nek gelegd. Hij draait zijn kop en kijkt boenk op een paar schaars overgebleven, geelgekleurde tanden. Vlak voor de voeten van de kerstman raakt een vettige rochel de grond.
En terwijl vier zwarte pieten de kinderen afleiden en snoep uitdelen, wandelt de kerstman – links en rechts mooi geflankeerd – de Sint voorbij. En de Fluppe leest angst in die ogen. In die… hem bekend voorkomende ogen. “Jongens!! Maak het niet te bont, hè!!” fluistert hij. “Daar!” antwoordt de strafpiet en hij wijst naar een smal steegje, “Daar gaat hij seffens … de engelkes horen zingen. Ja, deze keer niet bij nachte, maar op klaarlichte dag!”. En ze verdwijnen, het hoekje om …
Beste mensen, laat voortaan elke kindervriend geduld hebben en tijdens zijn periode komen. De Paashaas weze bij deze gewaarschuwd.
Met alle respect voor De Fluppe, die helemaal anders was dan zijn broers, maar ongewild droeg hij hun reputatie mee en werd er het slachtoffer van … verleden jaar, op de jaarmarkt van Noorderwijk.
En Jean-Claude … die is een dag of drie later uit ’t gasthuis ontslagen en is recht naar ’t stadhuis gegaan. Om zijn naam te laten veranderen. Voortaan heet ie: “Jean Van raevenstein”.