Beste Meester
Beste Meester, dank u wel,
Voor hun eerste woordjes
Door u leek het kinderspel,
Kleine klankakkoordjes.
Sommen maken, ’t ging vrij snel,
Door ’t oefenen in de klas
De uitkomst wist de meester wel.
Die wist zelfs hoeveel honderd was.
Ooit komen in hun grote wereld,
Herinneringen, reken maar
Aan hun grote, sterke meester,
Meester Piet van’t eerste jaar.
copyright: Ivo Maes
Geschreven in juni 1991,
op het ogenblik dat onze zoon, Pieter, zijn “eerste studiejaar” zo goed als doorlopen had.
En het hart sprak…
Heel even stokte zijn stem.
Toen dat gevoel opkwam
… en slechts stilte sprekend was.
copyright: Ivo Maes
Haiku
Gans ginder aan de einder,
Een deinend lint, verdwijnend.
Ganzen.
copyright: Ivo Maes
Dit is weliswaar geen zuivere haiku
(het 5-7-5 lettergrepenstelsel klopt niet), maar gevoelsmatig hoort het er voor mij bij.
met-taal
Een koopman in oude metalen,
Stond plots voor me, achter het huis.
Hij wenste er niet voor te betalen,
Gaf zelfs niets voor die koperen buis.
Ik zei hem dat ze geld waard was,
Al kreeg je ze nauw’lijks nog proper.
Hij nam zijn prijsboek ter hand en las
Oud koer wordt dra toch goedkoper.
copyright: Ivo Maes
Gedichtje “Broek”
Mijn broek bezig een grote zolder.
Ach mijn beentjes zijn zo kort.
Maar mijn buik is des te voller.
Ik weet niet wat er aan mij schort.
Echter blijkt wel, in mijn knikker
Zit een vaste hersenbrij.
Ik word nog vetter, ja veel dikker.
Kijk mijn broekspijp spant opzij.
Jarenlang ben ik gebleven
Klein en opgedrongen wat.
Maar mijn broekje is gesteven.
Hij past nu sluiten aan mijn gat.
Om flink te groeien eet ik steeds
Een hele massa brood met korsten.
Dan krijg ik, wat ons ma heeft reeds,
Een aantal flinke jonge… spieren
En plots verscheen Sofie in mijn leven.
Een meisje, tof, verbaal en kloek.
Al mijn complexen zijn verdwenen.
Zij draagt immers nu de broek.
copyright: Ivo Maes
Een jeugdig “probeersel” uit de studententijd. Ik ben het doorheen de jaren steeds leuk blijven vinden.
Heuvelland
Golven van land
Verstrooide hoeven
Een deken van rust
’t Was zalig, hier toeven
copyright: Ivo Maes
Deze kleine impressie heb ik neergepend in juli 2003.
Toen ik (tezamen met Marina) een weekend lang met de monoloog
“Een brug naar de maan” optrad tijdens het eerste theaterfestival van “Spots op West”.
De streek van Watou en Westouter, kortom “Het Heuvelland”, is prachtig rustgevend.
Mei
Mei,
Gij zachte warmte
Bevang de velden
Trillend in de lucht
Gemengd met geurende bloesems
Frisse schakels tussen jeugdig groen
Gekwetter, gekwinkel, opwellend hoog tegen ’t blauw
Margrietjes terug, gezaaid, gul rondgestrooid
Zin in zot gestoei, herboren jeugdgevoel
Ontloken geuren, kleuren, kracht
Slaap, ga en vergezel de kou
Ontwaak, ontwaar, ervaar
Ach Mei, waar blijft gij toch zo lang?
copyright: Ivo Maes
Vluchtig…
… als d’eerste lentewarmte, die dag
verscheen jij.
Ik kon je aanraken, onmerkbaar nauwelijks.
Voor ’t eerst jou stem.
Mijn ogen stalen jou gelaat, mysterie van een vrouw.
Gewapend met een ontwapenden lach, binnenpretjes.
Aftastend, trachtte ik jou hoogte te bepalen, jij de mijne.
Samen betraden we het platform, waar creativiteit, kunst, gevoelens van euforie en droefenis zich
verstrengeld weten.
Vluchtig…
verdween jij
en liet me duizend vragen.
Hoe of het met “Ju” was.
en waar je – zorgzaam – de sleutel had neergelegd.
Die passe-partout naar dat onvatbaar geheel van Multiversada.
De warmte van je handdruk.
Nog steeds gloeit mijn palm.
Even een laatste oogopslag, terugblik op een vluchtige ontmoeting.
Die nacht bleef de lentewarmte in de lucht.
Zomer was op komst.
copyright: Ivo Maes
Mijn rijkdom
Wat raast aan mij
de tijd voorbij
Wat blaast de wind
mijn haren grijs
Ik heb al die jaren
veel kunnen vergaren
Geen rijkdom, nee
wat zou ik ermee
Mij viel ten deel
geen geld, geen goed
Maar vriendschap wel
… in overvloed
Aan al die vrienden die ik had…
die ik heb…
en hebben zal…
Bedankt.
copyright: Ivo Maes
Water
Bron opwellend ontstaan geklater
Luister ruisend druppels pletsende schittering van zilver
Bruisend fris frissend verfrissend
Dorst verkwikkend vormenloos speels sijpelend
Oase lessend blessend groengerand levensgevend bevruchten
Erosie uithollende woestheid glad polijsten spuiten spelonkerig nauw
Kringende uitdeining rimpeloos spiegelig
Flescibel reflexerend reflexibel
Kokend koud bubbels ziedende spatten
Kristallijn dwarrelend witte vlak maagdtapijt
Op en eb af en vloed scheepsvlotten zinkend wrak
Wak stilstaand brak ziltig zout zoetig koud
Blauw van zuur alcalisch watermuur
Kracht en storm scheepsmansgraf
Terugtrekkend moordend huizenhoog overspoelen
Blank dood gezwollen stank
Ijs schots en scheef gletsjerig glijdend breukerig traag schrijdend
Regen boog zich kleurrijk aan de einder
Mistiek mistig beneveld gordijn glas heldere winter bloemenijs
Begrijpt beruiomt saunaparelend vocht
Sijpelen drup drup drup stalag-staand en stalag-hangend
Drassig aanmodderende grondstoom stroom gijser nevelig dampig heet
Oerpoel darwinistische levensschoot doop- en wij-
Akwarellen rellen neerslagend neerslag waterkanon strimen
Wolken glijdend gelijdend sijpelige plets
Plassend wassend overstroming stroming stenigende kracht bol van hagel
Transparante heldere ader pegel kegel regelrecht passtaand vlak
Kolkende draai zuigend verzwelgen ijs-tijds-loos ingevroren
Vernietigende schepper alfa beta delta onmondige monding
copyright: Ivo Maes
Lente
Languit op het grasperk
Jij en ik
Spietjes grasgroen in jouw neus
Hoog boven ons
Filtert het jonge lover van de oude linde
Ragfijn streepjes zonnegoud op jouw wang
Stralend
Zoals je naast me ligt
Nog steeds, na al die jaren
En ginds
Geduldig traag sluipend, dagenlang al
Sluipend traag
Geduldige kater vol krolsheid
Je kijkt me aan, één ogenblik maar
En glimlacht zacht
Mijn mond sluipt naar je toe
Ongeduldig
Door het raam van onze slaapkamer
Geopend terug
Ademt ons nest de geur van lente
copyright: Ivo Maes