Met mijn rijk verleden van gigantische opstelletjes, essays en verhandelingen in het achterhoofd, en ja, omdat ik blijkbaar nu eenmaal geboren ben om mensen te laten lachen, zette ik mezelf aan het schrijven van avondvullende theaterstukken, vooral blijspelen met een diepere inhoud.
In 1993 ontstond het blijspel met de toepasselijke titel: “Als dat maar goed komt!” En het kwam goed. Al dachten mijn buren daar heel anders over. Die hebben lange tijd gedacht dat het met mij nooit meer goed zou komen. Je moet weten dat ik vele visuele situaties of komische replieken thuis in volle glorie uitprobeer. Bij slecht weer in de woonkamer (jawel, met geopende gordijnen), bin zomerweer buiten in de tuin. De Patrick en Lief, Den Balder en zijn Denise, Franske aan mijne linkse kant, heel de buurt staat er al lang niet meer bij stil. Ze zijn het ondertussen gewoon. Daar heb ik één groot voordeel bij ontdekt. Als het thuis – sporadisch hoor – dan toch eens serieuze ambras is dan moet ik me niet inhouden. De buurt associeert het onmiddellijk met een nieuwe klucht.
Na “Als dat maar goed komt!” volgden: “Hotlips“, “Het Bobola-virus“, “Pekel & Haring” en “Open Miserie“. Ik weet het, ik ben een trage schrijver, die heel doordacht een blijspel in elkaar steekt en meer dan een jaar aan een stuk werkt. Kwaliteit primeert op kwantiteit. Getuigen hiervan het groot aantal opvoeringen, zoals je opmerkt naast de titel van elk blijspel.
In de toekomst wil ik me als auteur ook gaan richten op toneelteksten met een diepere, dramatische inhoud. Waarbij de dialogen haarfijn worden uitgesponnen en het diepmenselijke aspect voorrang krijgt.
In 2000 heb ik te Brussel bij D&D Productions (Het productiehuis dat o.a. Wittekerke voor VTM produceert) met succes een opleiding Masterclass Sitcom Scenarioschrijven doorlopen, onder leiding van Paul Koeck.